Slapen en bewegen zijn onderdelen om klachten en blessures te voorkomen.
De laatste 20 tot 30 jaar neemt het aantal wetenschappelijke onderzoeken naar slaap toe. Zo blijkt dat mensen die te weinig (6 uur of minder) of slecht slapen een grotere kans op hart- en vaatziekten en diabetes hebben. Niet alleen zijn slechte slapers vatbaarder voor ziektes (hun immuunsysteem wordt kwetsbaarder); ze maken minder goede keuzes op het gebied van voeding; ze lopen een grotere kans op (sport)blessures en ze zijn minder productief op hun werk.
Slaaptekort kan o.a. leiden tot:
– Vermoeidheid en slechte stemming, waardoor de motivatie tot bewegen wordt verminderd.
– Meer eetlust. Zo’n 6 uur per nacht slapen gedurende 4 dagen, in plaats van 8 uur per nacht, kan je eetlust met 20% verhogen. Vaak meer trek in zoetigheden.
– Verhoogde en ontregelde cortisolafgifte (stresshormoon). Een enkele nacht slaaptekort kan de cortisol productie al tot 40% doen pieken.
– Aantoonbaar verslechterde coördinatie en tragere reactietijden bij sporten.
– 8 uur slaapgebrek vermindert al het herstel na een spierblessure door een directe vermindering van eiwitsynthese.
– 1,7x meer kans op blessures en pijnklachten.
– Chronische lage rug-, nek- en schouderpijn.
Mensen die regelmatig actief zijn, slapen dieper en langer dan mensen die niet of weinig trainen. Vooral sporten waarbij je overdag buiten komt, helpen om ’s avonds in slaap te vallen.
Zorg dat je 4-8 uur voor het slapen sport, dit heeft een gunstig effect op de inslaaptijd, slaapkwaliteit en slaapduur.
Bij slaaptekort zien we dus dat de kans op blessures en pijnklachten toeneemt; een grotere kans op slechte voedingskeuzes; een mindere motivatie om te bewegen. Kortom een vicieuze cirkel die in stand blijft waardoor blessures en pijnklachten ook minder snel herstellen.