In tegenstelling tot wat men vroeger dacht, is het bewezen dat krachttraining de duurprestaties verbetert qua bewegingseconomie, vermoeidheid, snelheid en uithoudingscapaciteit.
Welke verklaring steekt hierachter?
Verandering in spiertype samenstelling. Bij het sporten met een intensiteit die duidelijk onder de lactaatdrempel ligt, zijn vooral langzame spiervezels actief. Als de duurprestatie erg lang duurt en langzame vezels uitgeput raken, springen echter de minder efficiënte snelle vezels bij. Krachttraining verbetert het functioneren van de langzame spiervezels, waardoor die minder snel uitgeput zijn en snelle vezels minder snel hoeven bij te springen. Krachttraining zorgt dat men dezelfde intensiteit kan leveren op een lager percentage van de maximale kracht en dat kan dus langer volgehouden worden.
Spierdoorbloeding. Krachttraining verbetert de aansturing van spieren, waardoor relatief minder kracht nodig is voor eenzelfde sportprestatie. Hierdoor treedt er minder vaatvernauwing van bloedvaatjes op in de spieren, waardoor een betere doorbloeding blijft.
Een toename in maximale kracht zorgt ook dat de totale hoeveelheid spiermassa, die ingezet wordt om een bepaalde prestatie te leveren, relatief afneemt. Daardoor blijven er meer ‘frisse’ spiervezels over voor bijv. de eindsprint. Tijdens hardlopen wordt bij de landingsfase van de voet bewegingsenergie in het spiersysteem opgeslagen, dat vervolgens bij de afzetfase weer vrijkomt. Verhoogde spierspanning tijdens hardlopen zorgt voor een betere loopefficiëntie. Krachttraining kan deze spanning verhogen en zo bijdragen aan een betere loopprestatie!